woensdag 29 januari 2014

Structuur

“These are the seasons of emotion,
and like the winds, they rise and fall.”

Led Zeppelin

Na de verschillende fases ‘Doen!’, ‘Verleiding’ en ‘Chaos’, komt er na de transitie van Nederland naar Australië ook weer enige structuur in ons leven. De ‘to do-lijst’ ligt continue op de kleine tafel bij de keuken. Zodra er iets te binnen schiet schrijven we meteen op de lijst wat we nog moeten regelen. De lijst is niet zo groot, maar behelst wel belangrijke zaken zoals de ziektekostenverzekering (Medicare), Max en Jaimy die officieel nog ingeschreven moeten worden op de High School, een auto vinden, telefonie (hoe, wie, wat, waar, in het land van telefonie aanbieders), verhuisbericht aan de Immigratie Department, bevestigingen aan de scholen vragen dat de kinderen onderwijs volgen om vrijstelling te behouden van leerplicht in Nederland, de meterstanden nog doorgeven aan NUON en PWN in Nederland, opnieuw inschrijven NDDS (Diabetes vereniging van Australië) en zodra de jongens naar school zijn volgen er weer acties. Op school moeten we weer allerlei spullen aanschaffen, inschrijven voor bepaalde klassen en semesters en vooral (bij)betalen.

Op maandag, de dag na Australia Day, zijn meer winkels open dan we dachten. We gebruiken de middag om een belangrijk punt op onze lijst aan te pakken: een auto. Een lastig vraagstuk. Wat hebben we nodig? Hebben we echt een 6-seater nodig? Moeten we niet een klein, goedkoop en vooral zuinig autootje kopen? We wikken en wegen en maken een rondje langs de verschillende dealers en autobedrijven. 1 Bedrijf heeft 2 auto’s staan waar we toch wel enthousiast over zijn. Maar dat zijn 4x4 auto’s en heb je die nu echt nodig? Wel genoeg stoelen, dat dan weer wel. Veel kilometers op de teller, maar wel betaalbaar. We gaan er over nadenken en op internet maar eens (prijs)vergelijken.

Dinsdag. Trent gaat voor het eerst met de bus naar school. Half 8 staat hij bij de opstapplaats. Ellen is meegelopen. Daar gaat hij. 16 Jaar en op weg naar de voetbalschool. Spannend. En niet alleen voor hem. Morris brengen we weg want die gaat bij een vriendje spelen en Max en Jaimy gaan met ons op pad richting Erina. Telefonie heeft nu hoge prioriteit. We hebben nog veel formulieren in te vullen voor allerlei verschillende zaken en overal wordt een telefoonnummer gevraagd. Dus hebben we telefoonnummers heel snel nodig. We slagen en hebben 5 nieuwe Australische nummers. Het voelt als weer een klein stapje op weg naar integratie.

We rijden langs de High School om eens te checken hoe laat Jaimy woensdag moet beginnen. Op zich wel bijzonder als je dat de dag van te voren moet uitzoeken, we hebben nl nog niets gehoord van de school waarschijnlijk door de zomervakantie die net voorbij is. Ik heb altijd veel contact gehad met de High School en als ik met Max en Jaimy kom aanlopen hoeven we ons ook niet meer voor te stellen. Integendeel, de familie Vegter is wederom welkom op school en ze zijn al geaccepteerd en ingedeeld. Max en Jaimy starten op hun eerste schooldag, maar of ik nog wel even een stapel met formulieren en extra formulieren voor Jaimy i.v.m. zijn diabetes wil invullen. En of ik alles nog voor half 4 dinsdagmiddag kan terug brengen. Right. Ik zorg ervoor want ik wil dat Jaimy kan starten woensdag en Max op donderdag. En zo geschiedde.

Als dinsdag al een mooie dag was, dan toept woensdag daar overheen. Prachtig weer. Zon en warm. Morris gaat naar school, terug naar zijn oude school. Jaimy brengen we naar de High School. We hebben het eerder meegemaakt, maar het blijft toch wel een dingetje om je kind af te zetten bij een grote school en achter te laten. Helemaal in het buitenland. Maar de jongens hebben vaker met dit bijltje gehakt en Jaimy stapt zelfverzekerd uit en gaat naar binnen. Alleen Max heeft nog een dagje vakantie en besluit met Ellen en mij mee te gaan om nogmaals op auto onderzoek uit te gaan.
We rijden naar Tuggerah, ca 20 minuten rijden vanaf Terrigal. Waar in de rest van de wereld INXS, Men at Work en Ice House al lang zijn uitgestorven, zingen ze hier nog iedere dag de radio vol. De zon schijnt, muziek aan, wat kan ons gebeuren als we over het asfalt rijden. In Tuggerah zijn veel autobedrijven. We maken een ritje in een Kia maar dat is het niet en verder zien we ook niet iets wat ons aanstaat. Om 13.00 melden we ons in East Gosford om een testrit te maken met de 2 auto’s die we maandag al gezien hadden. Tsja. En als je dan in een Toyota Landcruiser Prado stapt (wel een oudje hoor – 1996) en de V6 blaast je de eerste de beste heuvel op, dan voelt dat wel heel lekker. De 2e auto gaat er niet overheen waardoor we met een ‘uitdaging’ zitten. We wilden eigenlijk geen 4x4, maar prijs/kwaliteit van de Toyota vs ‘het alternatief’ laat zien dat we waarschijnlijk toch uitkomen op deze auto. Veel kilometers, hoge leeftijd (hoewel dat voor Australische begrippen wel meevalt), maar het past na wat onderhandelen net in het budget. We gaan er een nachtje over slapen. Donderdag nemen we de beslissing.

In de namiddag komen Morris en Jaimy uit school. Ze hebben het top gehad. De formulieren, newsletters en enthousiaste verhalen komen ons tegemoet. Alles is goed gegaan. Morris verteld ’s avonds hoe blij hij is om weer naar ‘zijn’ school te gaan. De namiddag is relaxed. Trent blijft thuis, Ellen ook, en de rest gaat naar het strand. Wat een luxe is dit toch. Na school even de zee in en naar het strand. Het is en blijft een feestje.

Na het eten is het weer een avondje met formulieren. Inmiddels associeer ik Australië bijna met formulieren, maar het hoort ook bij een opstart fase. We kunnen steeds meer wegstrepen van ons lijstje waardoor er over een paar dagen 2 grote actiepunten overblijven: huis en werk. De molen begint te draaien en draait iedere dag een beetje harder.

Wanneer Max gaat slapen vraagt hij of ik iets wil uitzoeken van een visum van een vriend van hem. Zijn ouders hebben namelijk net het ‘permanent resident’ visum gekregen. Het felbegeerde papiertje om hier te kunnen blijven. Hij vraagt me of ik echt mijn best wil doen met ons visum om hier te kunnen blijven. Ik zeg iets over ‘mijn best doen’ en als het niet lukt zeg ik iets over ‘Nederland’ en ‘thuis’. Waarop hij aangeeft dat Australië thuis is. Ik beloof hem dat ik er alles aan zal doen om hier te kunnen blijven. Ik kan niet beloven dat het gaat lukken, maar ik zal er alles aan proberen te doen.  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten