“These
are the seasons of emotion,
and
like the winds, they rise and fall.”
Na de verschillende
fases ‘Doen!’, ‘Verleiding’ en ‘Chaos’, komt er na de transitie van Nederland
naar Australië ook weer enige structuur in ons leven. De ‘to do-lijst’ ligt
continue op de kleine tafel bij de keuken. Zodra er iets te binnen schiet
schrijven we meteen op de lijst wat we nog moeten regelen. De lijst is niet zo
groot, maar behelst wel belangrijke zaken zoals de ziektekostenverzekering
(Medicare), Max en Jaimy die officieel nog ingeschreven moeten worden op de
High School, een auto vinden, telefonie (hoe, wie, wat, waar, in het land van
telefonie aanbieders), verhuisbericht aan de Immigratie Department,
bevestigingen aan de scholen vragen dat de kinderen onderwijs volgen om
vrijstelling te behouden van leerplicht in Nederland, de meterstanden nog
doorgeven aan NUON en PWN in Nederland, opnieuw inschrijven NDDS (Diabetes
vereniging van Australië) en zodra de jongens naar school zijn volgen er weer
acties. Op school moeten we weer allerlei spullen aanschaffen, inschrijven voor
bepaalde klassen en semesters en vooral (bij)betalen.
Op maandag, de dag
na Australia Day, zijn meer winkels open dan we dachten. We gebruiken de middag
om een belangrijk punt op onze lijst aan te pakken: een auto. Een lastig
vraagstuk. Wat hebben we nodig? Hebben we echt een 6-seater nodig? Moeten we
niet een klein, goedkoop en vooral zuinig autootje kopen? We wikken en wegen en
maken een rondje langs de verschillende dealers en autobedrijven. 1 Bedrijf
heeft 2 auto’s staan waar we toch wel enthousiast over zijn. Maar dat zijn 4x4
auto’s en heb je die nu echt nodig? Wel genoeg stoelen, dat dan weer wel. Veel
kilometers op de teller, maar wel betaalbaar. We gaan er over nadenken en op
internet maar eens (prijs)vergelijken.
Dinsdag. Trent gaat
voor het eerst met de bus naar school. Half 8 staat hij bij de opstapplaats.
Ellen is meegelopen. Daar gaat hij. 16 Jaar en op weg naar de voetbalschool. Spannend.
En niet alleen voor hem. Morris brengen we weg want die gaat bij een vriendje
spelen en Max en Jaimy gaan met ons op pad richting Erina. Telefonie heeft nu hoge
prioriteit. We hebben nog veel formulieren in te vullen voor allerlei
verschillende zaken en overal wordt een telefoonnummer gevraagd. Dus hebben we
telefoonnummers heel snel nodig. We slagen en hebben 5 nieuwe Australische
nummers. Het voelt als weer een klein stapje op weg naar integratie.
We rijden langs de
High School om eens te checken hoe laat Jaimy woensdag moet beginnen. Op zich
wel bijzonder als je dat de dag van te voren moet uitzoeken, we hebben nl nog
niets gehoord van de school waarschijnlijk door de zomervakantie die net
voorbij is. Ik heb altijd veel contact gehad met de High School en als ik met
Max en Jaimy kom aanlopen hoeven we ons ook niet meer voor te stellen.
Integendeel, de familie Vegter is wederom welkom op school en ze zijn al
geaccepteerd en ingedeeld. Max en Jaimy starten op hun eerste schooldag, maar
of ik nog wel even een stapel met formulieren en extra formulieren voor Jaimy
i.v.m. zijn diabetes wil invullen. En of ik alles nog voor half 4 dinsdagmiddag
kan terug brengen. Right. Ik zorg ervoor want ik wil dat Jaimy kan starten woensdag
en Max op donderdag. En zo geschiedde.
Als dinsdag al een
mooie dag was, dan toept woensdag daar overheen. Prachtig weer. Zon en warm.
Morris gaat naar school, terug naar zijn oude school. Jaimy brengen we naar de
High School. We hebben het eerder meegemaakt, maar het blijft toch wel een
dingetje om je kind af te zetten bij een grote school en achter te laten.
Helemaal in het buitenland. Maar de jongens hebben vaker met dit bijltje gehakt
en Jaimy stapt zelfverzekerd uit en gaat naar binnen. Alleen Max heeft nog een
dagje vakantie en besluit met Ellen en mij mee te gaan om nogmaals op auto
onderzoek uit te gaan.
We rijden naar
Tuggerah, ca 20 minuten rijden vanaf Terrigal. Waar in de rest van de wereld
INXS, Men at Work en Ice House al lang zijn uitgestorven, zingen ze hier nog
iedere dag de radio vol. De zon schijnt, muziek aan, wat kan ons gebeuren als
we over het asfalt rijden. In Tuggerah zijn veel autobedrijven. We maken een
ritje in een Kia maar dat is het niet en verder zien we ook niet iets wat ons
aanstaat. Om 13.00 melden we ons in East Gosford om een testrit te maken met de
2 auto’s die we maandag al gezien hadden. Tsja. En als je dan in een Toyota
Landcruiser Prado stapt (wel een oudje hoor – 1996) en de V6 blaast je de
eerste de beste heuvel op, dan voelt dat wel heel lekker. De 2e auto
gaat er niet overheen waardoor we met een ‘uitdaging’ zitten. We wilden
eigenlijk geen 4x4, maar prijs/kwaliteit van de Toyota vs ‘het alternatief’
laat zien dat we waarschijnlijk toch uitkomen op deze auto. Veel kilometers,
hoge leeftijd (hoewel dat voor Australische begrippen wel meevalt), maar het
past na wat onderhandelen net in het budget. We gaan er een nachtje over
slapen. Donderdag nemen we de beslissing.
In de namiddag
komen Morris en Jaimy uit school. Ze hebben het top gehad. De formulieren,
newsletters en enthousiaste verhalen komen ons tegemoet. Alles is goed gegaan.
Morris verteld ’s avonds hoe blij hij is om weer naar ‘zijn’ school te gaan. De
namiddag is relaxed. Trent blijft thuis, Ellen ook, en de rest gaat naar het
strand. Wat een luxe is dit toch. Na school even de zee in en naar het strand.
Het is en blijft een feestje.
Na het eten is het
weer een avondje met formulieren. Inmiddels associeer ik Australië bijna met
formulieren, maar het hoort ook bij een opstart fase. We kunnen steeds meer
wegstrepen van ons lijstje waardoor er over een paar dagen 2 grote actiepunten
overblijven: huis en werk. De molen begint te draaien en draait iedere dag een
beetje harder.
Wanneer Max gaat
slapen vraagt hij of ik iets wil uitzoeken van een visum van een vriend van
hem. Zijn ouders hebben namelijk net het ‘permanent resident’ visum gekregen. Het
felbegeerde papiertje om hier te kunnen blijven. Hij vraagt me of ik echt mijn
best wil doen met ons visum om hier te kunnen blijven. Ik zeg iets over ‘mijn
best doen’ en als het niet lukt zeg ik iets over ‘Nederland’ en ‘thuis’. Waarop
hij aangeeft dat Australië thuis is. Ik beloof hem dat ik er alles aan zal doen
om hier te kunnen blijven. Ik kan niet beloven dat het gaat lukken, maar ik zal
er alles aan proberen te doen.