“We thought that we had the answers, it was the
questions we had wrong”.
Bono - U2
De band speelt en
Ellen en ik zitten in de zon aan een biertje. Goede vrijdag is een goede
vrijdag. Max ligt in het water met zijn surfplank, Morris speelt op het strand
met een vriendje, Jaimy en Trent zijn naar huis om hun visspullen te halen en
gaan nog even vissen einde van de dag. De muziek klinkt bijzonder aangenaam en
we kijken ons ogen uit naar de opgedofte dames en de mannen met t-shirts en
petjes. Mates praten met mates, vrouwen met vrouwen. De zee ligt aan onze
voeten, het bier is koud, de zon schijnt en de muziek is te oud voor de jongeren.
Australië is vandaag vrij en dat merk je aan alles. Het hangt in de lucht als
de meeuwen die boven het strand hangen.
De drukte die we
vorig jaar rond kerst hebben ervaren bij Erina verbleekt bij de zaterdagdrukte.
De dag voor Pasen is gekkenhuis in en rond het winkelscentrum. De auto’s kunnen
de parkeergarages niet meer in en de winkelwagentjes bij Woolworth zijn op. Ik
stoot op iedere hoek in de supermarkt iemand aan met mijn winkelwagentje.
“Sorry” zeg ik en kijk erbij alsof ik aangeef dat ik er ook niets aan kan doen
dat iedereen vandaag inkopen doet voor het lange Paasweekeinde.
Op weg naar huis
erger ik me aan de oudjes die perse vandaag moeten autorijden en de
verkeerslichten die net als in Nederland mij niet in een groene golf voorzien
als ik het nodig heb.
Zaterdagmiddag
vieren we Jaimy zijn verjaardag op het strand. Hij heeft enkele schoolvriendjes
uitgenodigd om te komen surfen. We zijn er allemaal bij en we hebben ons
strandtentje opgezet, stoeltjes erbij en drinken, snoep en chips staan klaar.
We treffen het in
eerste instantie. Gigantische golven. Groot, hoog, woest en perfect voor de
geoefende surfers. Jaimy besluit te gaan body boarden i.p.v. surfen en Max
houdt het na een paar duikelingen in enorme golven voor gezien. Het is
waanzinnig gaaf om te zien en op meerdere plaatsen langs het strand is het echt
een geweld aan golven die op de kust beuken.
Maar rond half 3
uur gaat het haaienalarm af en wordt iedereen verzocht direct uit het water te
komen. Iets dat door nagenoeg iedereen direct wordt opgevolgd. De life guards
gaan het water op om de haai te zoeken die blijkbaar door iemand is waargenomen
en we horen dat we zeker 3 kwartier het water niet in mogen. De vader van 1 van
Jaimy zijn vriendjes is life guard en we begrijpen dat er een “massive” bull
shark is gesignaleerd vlak bij kust. Er is 1 ding erger dan een great white en
dat is een bull shark. Ze kunnen
agressief zijn en als ze beet hebben laten ze niet meer los. Ze zijn eigenlijk
gevaarlijker dan witte haaien. De 3 kwartier wordt verlengd met nog een half
uur en velen turen over het water opzoek naar een teken van leven. De vin die
net boven het water uitsteekt zien we niet en nadat alle
veiligheidsvoorschriften zijn opgevolgd en uitgevoerd wordt het water rond 4
uur weer vrij gegeven. Het is en blijft toch wonderlijk dat haaien zo dicht bij
de kust kunnen komen.
Wanneer we bij het
treinstation van Cowan komen op zondagmiddag rijdt de trein niet verder. Het is
12.00 uur. Er is een stroomstoring bij Hornsby en de treinen rijden niet meer
verder van en naar Sydney. Met ca. 200 man staan we in de zon voor het kleine
stationnetje van Cowan en wachten op de bus (of bussen) om ons naar Berowra of
Hornsby te brengen. Wat nu? Of we gaan terug naar Gosford (hoewel we niet weten
wanneer er deze middag nog een trein komt) of we gaan verder op onze toch naar
Sydney. Unaniem besluiten we de tocht naar Sydney te aanvaarden. We hebben nog
niet besloten om de reis te aanvaarden inclusief hetgeen ons staat te wachten
of als schapen in een weiland worden we weer de trein ingeloodst omdat er
blijkbaar wel weer treinen rijden en er een mogelijkheid is om richting Berowra
te komen. Volgens de machinist staan daar dan de bussen klaar.
In Berowra is de
groep reizigers gegroeid naar ca. 500 man. Een verkeersinfarct op het spoornet
op 1e Paasdag is een kwalijke zaak en zweetplekken vormen zich net
zo snel als woordenwisselingen en irritaties bij diegene die het meeste haast
hebben. In dit geval is dat vooral de categorie die onderweg is naar het
vliegveld. Kinderen, opa’s en oma’s, reizigers, kinderwagen, grote koffers,
invaliden en ouderen, allemaal worden we over perron 1 geleidt naar buiten want
daar komen dan de bussen. Ik reken voor het gemak 50 man per bus en kom dus
eenvoudig tot de conclusie dat 10 bussen deze klus moeten kunnen klaren. Maar
er staat 1 bus… 1 bus! Australië op z’n smalst. Ellen is positief en
goedgelovig en denkt dat de rest van de bussen zo komt. Maar we staan in een
enorme rij met mensen en ik voorspel dat die ene bus heen en weer gaat rijden
tussen Berowra en Hornsby.
We zullen het nooit
weten. Want na ca. 20 minuten wachten draaien de laatsten schapen van de rij
zich om en keren terug naar het perron. De laatste van de rij blijken opeens de
eerste te zijn die op het perron wachten op de verlossing in de vorm van een
trein. Er is vernomen dat er toch weer treinen gaan rijden en zonder
bevestiging van een trein-meneer volgt de rest van de kudde gedwee. En dan komt
de verlossing! Daar is de ijzeren spoorvreter en gaan we allemaal weer verder
waar we gebleven waren. De saamhorigheid onder de passagiers is door deze
ervaring gegroeid en wellicht dat het Bijbelse gedeelte van 1e
Paasdag op deze manier een weg naar ons allen wist te vinden.
In Sydney is het
een heerlijke middag die we doorbrengen op Paddy’s market, China Town en we
gaan even langs bij mijn werk. Hoe bizar om zondagmiddag alleen in zo een enorm
gebouw rond te lopen. De familie keurt het uitzicht en de werkplaats goed en is
onder de indruk van de etage waar ik werk. Met de gekochte sweater, sport
setjes, petjes en zonnebrillen begeven we ons naar Darling Harbour waar we bij
onze favoriete restaurant gaan eten. Het is gekkenhuis in Sydney, vooral in en
rond Darling Harbour maar we eten vlak voor 6 uur en zo is het geen probleem om
6 enorme pizza’s weg te werken.
Wanneer we op
perron 12 in de trein naar Gosford zitten blijkt het echt niet normaal te
kunnen deze dag. Of we allemaal naar spoor 7 willen gaan want daar vandaan zal
er een andere trein naar New Castle rijden en ons afzetten in Gosford. Gelukkig
staat de trein onderweg niet meer onnodig stil en komen we zonder problemen
thuis.
Het is zondag 2e
paasdag een vroegertje in huize Vegter. Geen uitgebreid Paasontbijt, geen
eieren zoeken. Nee, we zijn om 9.45 uur bij de Gouges en gaan met z’n allen
naar Hawkesbury River. Ca. 3 kwartier rijden bij ons vandaan en een prachtige
plek om de dag door te brengen en te BBQ-en. We hebben alles bij ons:
visspullen, eten, drinken, stoeltjes, zwemkleren en de Gouges hebben de kajak
bij zich.
De dag is werkelijk
fantastisch. We vangen geen vis en Trent raakt het anker van de kajak kwijt
(maar het goede nieuws is dat Trent in een kajak zat), maar de zon maakt er een
feestelijke dag van. De plek is prima, het water ligt aan onze voeten, de
bergen en heuvels om ons heen, het groen van de bomen en het blauw van het
water schitteren onder de zon. En we vermaken ons allemaal. Een gezegende dag
om maar even in Paastermen te blijven.
Na een heel lang
paasweekeinde neemt het leven weer zijn normale vorm aan van werken en reizen.
Voor Ellen betekent het 1 dag strijken en voor de heren Vegter nog 1 week
vakantie. Het is echter een korte week want vrijdag is het ANZAC day. Een soort
4 mei waarbij de gevallen soldaten uit alle oorlogen worden herdacht. “Lest we
forget” staat in veel monumenten gebeiteld en op vrijdag zijn deze monumenten
versierd met bloemen. Een herdenkingsdag.
Wat ook een
herdenkingsdag is, is donderdag, de dag voor ANZAC day. Want DNA nummer 002 is
jarig en viert zijn 15e verjaardag. Inmiddels is hij groter dan zijn
moeder en houdt maat 46 hem op de been. Ik werk die dag maar ben om half 5
thuis. Een half uur later gaat Max trainen en wanneer hij thuis komt gaan we
gourmetten. Facetime gesprekken volgen met opa’s en oma’s die op afstand
meeleven. En zij niet alleen. Faceboek laat zien dat er massaal aan Max wordt
gedacht en dat is een mooi gevoel.
Met werk gaat het
redelijk, maar het houdt niet over. Steeds meer komt naar voren dat ondanks
mooie verhalen over het uitdragen van het merk en de ‘value proposition’, het
om de keiharde dollars gaat. Daar ben ik niet naïef over, dat is bekend, maar
je zult toch eerst moeten investeren voordat er verdient kan worden. En in dit
geval in het opleiden en trainen van mensen zoals ik. Iedere dag aangeven dat
er gebeld moet worden, dat er omzet op het presentatiebord moet komen en dat we
toch echt binnenkort werk naar binnen moeten halen werkt bij mij averechts.
Misschien werkt dat bij een 23 jarige, niet bij mij. Niet bij iemand die een
leven achter zich heeft en zakelijk genoeg heeft meegemaakt en verwezenlijkt.
Ik doe mijn ding, maar ik merk dat ik stiekem open begin te staan voor banen
die ik voorbij zie komen of gesprekken die ik voer. 1 Van die gesprekken was
een enorm leuk gesprek met een Nederlander die hier al 11 jaar woont en een
eigen bureau heeft (brand indentity & design). Klein bureau dat graag wil
gaan groeien en daar past een zakelijke partner in. Dat soort gesprekken en de
mogelijkheden die ik dan zie geven zo vreselijk veel energie dat het me veel
moeite kost om even later weer de telefoon op te moeten pakken en weer aan het
werk te gaan opzoek naar vacatures.
Een goede vriend
vroeg afgelopen week hoe het met ons visum staat. Een terechte vraag in het
licht van de banen die we hebben. Voorlopig blijft dat ongewis. Ik zal eerst
een hele tijd bij een bedrijf moeten werken en mocht ik af en toe switchen dan
kan dat langer duren. Er zijn nog wel 1 of 2 alternatieven, maar voorlopig moet
ik werken of opzoek blijven naar een baan die voor langere termijn interessant
is. Soms vragen de kinderen er naar, ze realiseren zich nog steeds de
onzekerheid, maar we vertellen ze dat we hier leven met de mind-set om te
blijven. We willen ze weg houden van de onzekerheid en leven, voelen, denken en
aarden vanuit het gevoel dat we hier blijven. En volgens mij lukt ze dat best
aardig.
Afgelopen woensdag
was het exact een jaar geleden dat we aankwamen in Nederland. Ik zit in de
trein als ik me rond het tijdsstip van aankomen in Nederland realiseer hoe snel
een jaar kan gaan. Wat kan er een hoop gebeuren en wie had een jaar geleden
gedacht dat we nu al weer 3 maanden in Australië wonen. Het landschap schiet
aan me voorbij als Acda & de Munnik het verleden naar voltooid verleden
tijd zingen. De muziek kleurt de foto’s die ik bekijk op mijn iPhone, ik beleef
de herinneringen en laten het gevoel herleven. Waar staan we over een jaar? Hoe
ziet ons leven er dan uit? Ik denk er niet te veel over na. In het nu leven
geeft meer genoegen dan nadenken hoe het leven er over een jaar uitziet. “Het
leven is wat je overkomt terwijl je andere plannen maakt”, zei Thomas Acda
ooit. Wellicht is het waar. We koesteren vandaag, en morgen…? Morgen is er weer
een dag.
Fijn weekeinde.