vrijdag 9 mei 2014

Wolven

“Do or do not, there is no try”

Yoda (Starwars)

De afgelopen week staat in het teken van frustratie over Nederland. De tentakels van de Nederlandse bureaucratie zijn lang. Heel lang. En misschien moet ik niet eens Nederlandse bureaucratie zeggen, maar de banken, verzekeraars, belastingdienst en hypotheekinstanties. De wolven in onze samenleving. Doe nooit zaken met ASRen Directbank, en vermijd de belastingdienst zoveel mogelijk…. Nou ja, laat ik geen dingen zeggen en schrijven over de belastingdienst waar ik spijt van kan krijgen, maar de Nederlandse overheid in het algemeen en de belastingdienst in het bijzonder zijn criminele organisaties die erger zijn dan de maffia.

We hebben ons keurig laten uitschrijven bij onze zorgverzekeraar CZ afgelopen januari. Dat kan niet zomaar, daar komen formuliertjes aan te pas. Bijzonder is het dan ook om afgelopen week 6 brieven te krijgen van het Zorginstituut die beweert dat wij verzekerd moeten zijn omdat we staan ingeschreven in Nederland. Dat laatste heeft zo zijn redenen i.v.m. mijn bedrijf. Als we geen actie ondernemen en binnen 3 maanden niet verzekerd zijn krijgen we p.p. een boete van EUR 350,-. En daar zitten we dan weer op een avond om met onze DigiD (wie heeft die naam overigens bedacht…) in te loggen op overheid websites om een onderzoek aan te vragen om te toetsen of we nu wel of niet verzekerd moeten zijn. Uitslag over 3 weken… Ik mag hopen dat we over de uitslag mogen corresponderen.

Ik krijg rekeningen van Accountants die niet kloppen. Ik krijg geen enkele reactie meer van mijn financieel adviseur die blijkbaar denkt: ‘uit het oog, uit het hart’. Dat soort zaken werkt niet mee om door de stapels brieven te komen van ASR en de Directbank over mijn hypotheek en de levensverzekeringen. Best lastig om op 20.000 km afstand een instantie als ASR te overtuigen dat ze volgens mij doodleuk 2x een verzekering ten onrechte hebben afgeschreven van mijn bankrekening. Ik blijf nog wel even corresponderen.

De belastingdienst maakt een enorme fout, stuurt ten onrechte een aanslag met EUR 240,- boete omdat ik niet betaald heb volgens hun systeem. Duh. Dat klopt want ik hoor geen aanslag te krijgen. Foutje bedankt. Weer met de Accountant overleggen en bezwaar maken. De uitslag is in ons voordeel.
Overigens, diezelfde belastingdienst graait in BV’s alsof het een gratis grabbelton op de kermis is en maakt nieuwe spelregels als het (belasting)spel al begonnen is. Heel vervelend en in mijn ogen crimineel om spelregels te veranderen ten gunste van de schatkist terwijl je als kleine ondernemer dacht dat je je aan de spelregels hield. En dan druk ik me nog netjes uit. Over deze uitslag valt niet te corresponderen.

Het is zo moeilijk om uit een samenleving los te komen. Vooral als je een bedrijf hebt gehad en een eigen huis hebt. Of beter; ik heb nog steeds een eigen bedrijf in Nederland en mochten we hier definitief blijven dan schijn ik 10 jaar lang mijn Holding BV in Nederland in stand te moeten houden. Hoe kun je in hemelsnaam ooit emigreren!?

Als ik zou kunnen dan verkocht ik morgen mijn huis. De hypotheek, verzekeringen, gemeentebelastingen, het zijn zaken die we achter ons willen laten. Maar het kan nu niet i.v.m. het feit dat de huizenmarkt is ingestort. Dus het lijntje met Nederland blijft ook op dit gebied gehandhaafd met alle communicatie, zorg, onderhoud en gedoe erom heen.

Klaag ik? Nee, het is geen klagen. Dat heeft geen zin, het verandert de situatie niet. Maar je mag wel eens gefrustreerd raken als je weer eens een avond achter je laptop mailtjes moet schrijven en documenten moet lezen over zaken die je dacht afgerond te hebben. Het gaat niet om sympathie van de lezer maar niet iedereen realiseert zich wat er voor nodig is om los te komen van een land. Er is achter de schermen zoveel werk, gedoe en vooral bureaucratie en vaak onduidelijkheid dat de inspanning enorm groot is om alles goed te regelen. Zo vaak dat er weer een avond (of 2) doordeweeks opgaan aan mailtjes, uitzoeken, nalezen en controleren van zaken uit Nederland. Alsof het nabije verleden regelmatig aan je jasje trekt om je te laten weten dat ze niet weg is en nog lang niet weg gaat. Of zoals een mug die ’s nachts om je hoofd zoemt en je regelmatig wakker houdt terwijl je de mug vervloekt en er alles aan doet om ‘m weg te slaan.

De frustratie op het werk is van een andere orde. Dinsdag krijg ik een duidelijke boodschap dat “time is running out”. Ik wil het wel begrijpen maar ook weer niet. Ik had ook wel verwacht dat ik afspraken met potentiele klanten zou hebben buiten de deur maar het is nog niet gelukt. Ik bel, ik doe mijn best, maar het lukt (nog) niet. Het werk kost me veel energie, het levert geen of weinig energie op. Verkeerde balans dus.

Waar ik wel energie van krijg is een 2e ontmoeting met Sander. Na de eerste keer kennis gemaakt te hebben gaan we op maandagavond een biertje drinken en wat eten in Sydney (Paddington), Oxford Street. Het creatieve hart van Sydney. We hebben afgesproken om verder te praten of en hoe we een samenwerking zouden zien om samen een bedrijf te starten. Of verder te gaan met zijn business en die uit te gaan bouwen. We kennen elkaar nog niet goed maar we zijn wel al in gesprek om iets op te starten. Het lijkt me te gek en dood eng om weer iets te starten met iemand in een ander land. Het doet me denken aan de start van PPM en ik zie veel parallellen. Krijg er ook dezelfde energie van als de fase voordat we in 2001 PPM gingen starten. We zijn inmiddels 13 jaar verder dan de oprichting van PPM maar het idee om weer een eigen bedrijf te hebben, iets op te bouwen en het naar mijn (onze) hand te kunnen zetten lijkt me geweldig. Een eigen bureau in Sydney lijkt me een ultieme droom. Ik ga het bespreken met mijn Immigratie agent omdat we moeten kijken hoe we het visum-technisch zouden moeten inkleden want dat is essentieel om überhaupt aan een avontuur te kunnen beginnen. Sander en ik gaan met huiswerk uit elkaar en zullen volgende week verder praten over de propositie van het bedrijf en de (financiële) constructie.

Woensdagmiddag zit ik er even helemaal doorheen op mijn werk. Maar dat zal ook komen omdat ik die dag al om 5 uur naast mijn bed stond. En ik niet alleen. Trent ook. Voordat ik naar de trein ga breng ik hem naar de IFS. Om 6.45 uur vertrekt de bus van school naar Sydney om een wedstrijd te spelen tegen Redfern (wijk in Sydney). Trent is heel blij met deze wedstrijd want je moet er voor geselecteerd worden. M.a.w. hij ziet het terecht als een bevestiging dat hij op de goede weg is en vooruit gaat met voetbal. Iets dat klopt want laatst is hij ook met het A team van U18 van Terrigal United meegegaan voor een wedstrijd.
Het is fris of eigenlijk een beetje koud als ik hem tegen half 7 achterlaat op de ISF. Ik race daarna meteen naar het station van Gosford. Niet om de trein te halen, dat lukt wel. Nee, de parkeerplaatsen zijn rond half 7 ’s morgens spaarzaam aan het worden (6 mega etages staan dan vol!) maar ik heb geluk. Ik denk dat ik 1 van de laatste 3 plaatsen heb.
Trent verliest met 5-2, maar hij heeft het top gehad en komt enthousiast thuis. Faciliteiten schijnen bij Redfern beter te zijn geweest dan bij AZ…

Op familie, gezin en sociale fronten is het een heerlijke week: druk, gezellig en afwisselend.
Eindelijk is Duffy’s weer open en kan er dinsdag weer eens getraind worden. Ik zal mijn cynisme onderdrukken.  
Max is heel druk bezig geweest met een diepgaande analyse van een schilderij voor het vak Art. Ik help hem, Ellen helpt hem en er bestaan onderling verschillende interpretaties van de bedoeling van het schilderij. Het is een diepgravende analyse en een zware opdracht, maar woensdag kan Max zijn opdracht inleveren.
Jaimy heeft een iets minder zware opdracht maar heeft veel werk aan zijn presentatie over een muziekinstrument; de gitaar. Mooie presentatie! Ben benieuwd wat hij voor beoordeling krijgt.
En we hebben bezoek gehad van Sandra, mijn nicht die voor Qantas in Sydney werkt. Op zondag is ze in de middag bij ons, we drinken in de namiddag wat bij de Florida Beach bar en ze eet gezellig Mexicaans met ons mee. Een bijzonder gezellige zondag en de volgende keer gaan wij richting Sydney waar Sandra woont.

Wat deze week niet zo goed gaat is Ellen haar lijf. Ze heeft woensdag in Erina een massage ondergaan om de boel weer een beetje soepel te krijgen want haar rug is niet in orde. Ze vermoedt geen hernia problemen zoals in 2011 maar haar rug is pijnlijk en de beperkingen die het oplevert zijn vervelend. Ze wil perse blijven werken maar ik mag hopen dat ze niet gaat werken als haar lijf signalen geeft dat ze rust moet nemen. Donderdag is ze een paar uur aan werk gegaan. Dat is goed gegaan.

Af en toe voel ik me Charlie Sheen in de film “Wall Street”. Nee, niet de randzaken uit de film hoe hij aan lager wal raakte, maar zoals het toegaat op Wall Street. Zittend met je collega’s in een kantoor, de lage ‘muurtjes’ tussen de bureaus, de telefoons en de drukte die er heerst omdat iedereen belt. Ze moeten bellen om aandelen te (ver)kopen. Zodra de beurs open gaat en de bel gaat is er ineens die enorme drukte van het bellen met klanten om te (ver)kopen.
Ik herken het ook in het onwaarschijnlijk gave boek ‘De Wolf van Wall Street’ dat ik nu lees (met dank aan de heer A.P te H. voor zijn waardevolle bijdrage mijn treinreizen tot een aangename tijdsbesteding te verheffen), geschreven door de 'Wolf' zelf Jordan Belfort. Een type wolf van een heel andere soort dan de banken en verzekeraars. Als je dacht de film Wall Street een blik gaf op Wall Street in de jaren 80/90, lees dan het boek van Jordan Belfort. On-ge-lof-el-ijk. Wat een geld, wat een levensstijl, wat een verhaal.
De basis van het succes van Jordan en de Wall Street-jongens ligt in het feit dat er gebeld moet worden. Bellen, bellen, bellen. Verkopen, verkopen, verkopen. Als het moet 500 belletjes op een ochtend en ‘nee’ krijgen is geen optie.
Als wij om half 9 bij ons op kantoor even bij elkaar hebben gezeten om de dag door te nemen gaan we allemaal achter ons bureau zitten. Ik heb mijn verkoopplan, de namen, de telefoonnummers en de advertenties klaar liggen om te gaan bellen. Ik haal nog even koffie, installeer me en dan gaat er in mijn hoofd een bel. De beurs is geopend, het is 9 uur, ik sluit me af en start met bellen. Ik verkoop geen obligaties, emissies en/of aandelen, ik verkoop HR solutions en recruitment services. Maar verder voel ik soms geen verschil…

Waar het woensdag zwaar was op het werk is het donderdag weer een hele andere dag. Management en coaching liggen in deze ten grondslag aan een positieve sfeer. Mijn manager doet zijn best, maar ik merk steeds meer dat hij vreselijk onder druk staat. Hij bouwt zijn team en moet daarmee cijfers leveren. En dat laatste ontbreekt nog aan dit team. Einde van de dag merk ik dat hij een zware management meeting heeft gehad met de opperhoofden uit Australië en ik zie voorlopig opluchting bij hem. Zolang we de inspanning maar leveren met het aantal belletjes, interviews met kandidaten en straks met het bezoeken van klanten zijn we voorlopig even uit de vuurlinie. M.a.w. we moeten aantonen dat we de gevraagde aantallen met acties halen (en loggen in ons systeem zodat het ergens bij iemand op zijn schermpje zichtbaar wordt) en dan is er minder druk. Het lijkt me korte termijn want een half jaar geen verkoopresultaat maar wel de inspanning betekent ook een probleem voor dit team. Er komt wel uitbreiding aan van het team in Sydney wat de sales activiteiten ten goede zullen komen. Wellicht gaat het toch meer een team prestatie worden, iets waar ik wel vrolijk van wordt. Iets van een team-gevoel doet me goed en ik merk dat ik daar een beetje energie van krijg. Hard nodig ook want alleen maar energie geven is op een dag eindig.

De laatste dag van de week is een lange en vermoeiende dag. Los van het vroeg opstaan en Ellen die met haar lichaam aan het stoeien is, zijn de heren Vegter ook de grenzen aan het opzoeken. Onze eigen wolfjes zijn de laatste tijd vaak verwikkelt in een onderlinge strijd en dat is af en toe om gek van te worden. Het laatste uurtje van de dag is dan net een uurtje te lang om soms de goede lieve vrede te bewaren in huize Vegter.

Morris is vrijdag al helemaal klaar voor Moederdag. Ouders hebben al eerder deze week cadeautjes gekocht en ingeleverd op school. Nu worden die cadeautjes vandaag in een soort ‘markt’ verkocht. Morris is er helemaal enthousiast over. Hij heeft geld mee en een informele instructie wat mama mooi vindt. En voor Moederdag geldt natuurlijk dat het eigenlijk niet uitmaakt. Maar Morris slaagt en koopt het cadeautje wat mama zou willen. Hij is helemaal blij met het cadeautje. En met zichzelf omdat zijn missie geslaagd is.

Wij, de rest, gaan zaterdagmiddag nog even naar Erina op zoek naar Moederdag cadeautjes. Zondag zal het een rommelige Moederdag worden omdat Trent al om 9 uur moet voetballen en Jaimy begin van de middag. Allebei uit. Wij gaan dit keer niet mee en Trent en Jaimy rijden met teamgenoten mee. Niet zozeer omdat het Moederdag is laten we de wedstrijden gaan deze zondag, ook omdat we misschien nog wel iets willen doen en proberen in de drukte en de gekte van de weken die we draaien de zondag vrij te houden van verplichtingen. Noem het rustdag, noem het familiedag, maar zondag is momenteel wel een beetje onze ‘heilige’ dag. De geestelijke en fysieke rustdag in de drukke weken die we momenteel draaien.


Fijn weekeinde!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten