Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten
hoe
Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten
waar naar toe
Hoe ver moet je gaan
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten waar
Schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar
Frans Halsema & Jenny Arean
De McDonalds begint steeds meer mijn toevluchtsoord te worden. Niet
alleen voor koffie maar vooral om te werken. Ik vertrek soms al heel vroeg in
de ochtend, ver voor mijn eerste afspraak met een klant, maar ga dan toch al
richting het gebied waar ik een afspraak heb. Het verkeer is gewoon te druk om
in de spits te gaan rijden en dus kies ik ervoor om heel vroeg te vertrekken.
Hierdoor ben ik een uur of 1 ½ uur voor mijn afspraak al in een McDonalds te
vinden waar ik aan het werk ga tot het tijd is voor mijn afspraak. Koffie
erbij, lap top open en aan het werk. De bijnaam die we hebben voor de McDonalds
is het ‘Sales Rep café’. M.a.w. iedereen die veel onderweg is, komt er om te
werken, om koffie te halen en de WC te gebruiken. Ik moet eerlijk bekennen dat op deze manier gebruik maken van
de McDonalds mij prima bevalt. Eten hoef ik er niet, maar van de rest van de
diensten maak ik graag gebruik. Het is een klein toevluchtsoord, een veilige
haven, in de jungle van wegen, verkeer en voorsteden.
De manier van werken via de McDonalds steunpunten voor eenzame
verkopers die langs de Australische snelwegen trekken, is een keiharde noodzaak
in de e-mail cultuur waar we hier in leven. Dat is in veel landen en bedrijven
een probleem, maar hier is het echt niet normaal meer. Ik moet gewoon een paar
keer per dag mijn mail bijwerken omdat het anders niet bij te houden is. Als 1e
klas controle-freak is er niets zo erg om achter de feiten en de tientallen
mailtjes aan te lopen en dus moet ik mijn mail bijhouden. En mocht er geen
McDonalds in de buurt zijn dan parkeer ik de auto ergens en ga op de achterbank
zitten en werk dan mijn mail bij. Dan wordt de auto letterlijk mijn kantoor.
Hij was in de vijfig. Zijn vrouw zag hem zwemmen. Een great white kreeg
hem te pakken. Waarschijnlijk niet om te doden, maar toch... Hij overleefde de
aanval niet. Er was geen veilig heen komen meer te vinden. Zijn zwemtochtje bij
Byron Bay werd hem fataal. Vluchten was geen mogelijkheid. Zo luidt een Nova969
radiobericht op een doordeweekse ochtend in Sydney. Na een paar dagen is men
nog steeds bezig met het zoeken naar de haai.
Zoals velen inmiddels weten ben ik geen fan van overheden. De
Nederlandse overheid doet mijn bloed vaker koken dan goed voor mij is, zoals
ook afgelopen week weer het geval is geweest. Het heeft weer een paar avonden
aan ‘oorlog voeren’ opgeleverd vanuit onze bunker tegen het geweld van de
overheid. Wij hebben op 16 september per post (!) 4 brieven gekregen van de
Sociale Verzekeringsbank (SVB) dat onze 4 kinderen sinds januari 2014 niet meer
verzekerd hoeven te zijn in Nederland. He he , eindelijk. Opgelost. Klaar. Of
toch niet? De ten onrechte opgelegde boetes moesten voor 20 september
betaald zijn. Dus? Dus we hebben 4 dagen om een schriftelijk bezwaarschrift per
post in te dienen bij het Zorginstituut vanuit Australië?!!?!?! Ik trek mijn gasmasker over mijn hoofd en ga
de SVB mailen. De SVB kan ons niet meer helpen merk ik als ik nog enkele e-mails
aan ze verstuur en hulp zoek om het probleem dat zij gecreëerd hebben op te
lossen. Ondanks hun fout ben ik overgeleverd aan 2 van de 3 tegenpartijen in
deze situatie: het Zorginstituut en het CJIB die de boetes binnen harkt. Op de
site van het Zorginstituut staan alle mogelijke opties over boetes en bezwaren.
Alles staat uitgelegd op de site maar nergens in dit mijnenveld staat een
oplossing als je gelijk blijkt te hebben en je dus ten onrechte een boete hebt
gehad. Nergens een email adres, alleen maar postbus adressen. We vullen voor de
zekerheid het ‘contact formulier’ op de site in met een noodoproep wat we
moeten doen om z.s.m. bezwaar te kunnen maken. We krijgen automatisch antwoord
dat we binnen 3 dagen een reactie krijgen... Die tijd hebben we niet! We maken
de beslissing om 1/3 van de boetes te betalen want de 4 boetes mogen in 3
termijnen betaald worden. Dan is de druk er even af en krijgen we ieder geval
geen 2e boete. Die krijg je namelijk als je niet voor de 20ste
betaald hebt of als je bezwaarschrift niet op tijd binnen is. Daarin zijn ze
heel duidelijk.
Tegelijk maken we bezwaar middels en uitgebreide brief in combinatie
met de 4 brieven van de SVB waarin de bevestiging staat dat onze 4 kinderen
niet verzekerd hoeven te zijn. We printen alles, tekenen ons bezwaarschrift ,
scannen alles en mailen het naar Nederland. Vrienden zullen ons bezwaarschrift
op de post doen en dan is het ieder geval voor de 20e bij het
Zorginstituut.
Dan krijgen we na 2 dagen i.p.v. 3 dagen een bericht van het
Zorginstituut dat we een bezwaarschrift formulier kunnen downloaden en opsturen
naar het Zorginstituut. Right. Dat stond niet op de brief die we hebben
gekregen bij de boetes. Lekker gecommuniceerd.
We besluiten even niets meer te doen. We hebben ons bezwaarschrift aan
het Zorginstituut voor de 20e in Nederland op de post gedaan en we
hebben 1/3 deel van de boetes betaald om een 2e boete te voorkomen.
Wij hebben in het hele proces geen fout gemaakt en toch zijn wij bezig om wat
krom is recht te krijgen. In mijn frustratie over de overheid roep ik vanachter
mijn laptop dat ‘ze’ mij nooit meer terug zien in Nederland. Ik ga liever naar
Nieuw Zeeland, Afrika of Engeland, dan dat ik ooit nog iets met de Nederland te
maken wil hebben.
Is het overheids-gras hier groener dan in Nederland? Nee hoor. Overheden
zijn over de hele wereld hetzelfde en dat komt meestal neer op bureaucratie.
Hier zijn ze gek op regeltjes en formuliertjes. En op verkeersboetes. Heb je
ooit gehoord dat je een auto niet met zijn voorkant naar de stoep mag parkeren
maar met zijn achterkant naar de stoep moet parkeren? Ik niet. Het schijnt dat
het staat aangegeven met een bord maar ik heb niets gezien. De pennenlikker van
de overheid wel: $ 104,-. Kassa. Ik
begrijp het niet. Als er al veiligheidsrisico’s met in en uit parkeren gemoeid zijn
dan houdt dat volgens mij geen stand. Want of je nu bij het inparkeren of uit
parkeren met je auto moet draaien, je moet het toch een keer doen als er zo een
bord staat.
Toch is de overheid hier soms ook verrassend meewerkend en snel. Wij
zijn met onze mapjes en salarisstroken naar een accountant gegaan voor onze
belastingaangifte. Het jaar loopt hier van 1 juli tot 30 juni en aangezien we
gewerkt hebben en wat kosten hebben gemaakt zijn we opzoek gegaan naar een
accountant voor onze aangifte. Via via hebben we een goede gevonden en hoewel
hij vol zat, wilde de beste man ons toch wel helpen. We staan om 9.00 uur voor
zijn deur en staan om 10.00 uur weer buiten. 2 Aangiftes verder, formulieren
getekend, alles ingevuld en geregeld. Over 10 dagen staat onze teruggaaf op
onze rekening. Dat hadden we niet
verwacht. De aangifte werd ter plekke in orde gemaakt en afgehandeld. De
teruggaaf was ook een aangename verrassing.
In de categorie ‘awards’ heeft Jaimy weer een award binnen
gesleept: “highly commendable effort
& achievement”. Mooi hoor. Hij doet gewoon zijn ding en doet het heel goed.
Trent is bezig een stageplek te regelen. In oktober moet hij een week
bij een bedrijf meedraaien. Weken geleden heb ik mijn resume al aan hem gegeven
ter inspiratie voor zijn ‘sollicitatie’. Het komt allemaal goed volgens Trent.
Not. Hij denkt dat je gewoon even een bedrijf belt en dat het dan geregeld is.
Met de deadline die dichterbij komt bedacht meneer dat hij anders wel met Ellen
mee kon lopen. Beetje schoonmaken in huizen. Dacht het niet. Gelukkig waren er
nog een paar medeleerlingen die op de dag dat het geregeld moest zijn nog geen
stageplek hadden. De school gaf een week extra. In deze laatste week blijkt dat
Trent er op geen enkele wijze meer met ons over wil praten. Het komt wel goed
en onze belangstelling en hulp wordt als gezeur beschouwd. We besluiten onze
handen er van af te trekken. Opgroeien, verantwoordelijkheid en loslaten zijn
niet alleen moeilijke processen voor pubers, ook voor ouders is het lastig de
balans te vinden tussen loslaten en hulp bieden.
Waar Trent nagenoeg geen huiswerk heeft, moet Max 2x zo hard aan het
werk. De laatste 2 weken van Term 3 zijn zwaar. Heel zwaar. Max heeft veel
assessments, moet veel presentaties en werkstukken maken en het kost hem veel
tijd en moeite. Misschien dat hij iets eerder had kunnen beginnen met sommige
taken, maar ik weet niet of het veel had geholpen. Het kost hem gewoon meer
tijd dan zijn Australische klasgenoten. Taal is in deze een issue. Engels
praten is iets anders dan Engels lezen. En dan vooral begrijpend lezen. Zowel
school als wij hebben het al vaak tegen gezegd; hij moet meer Engelse boeken
gaan lezen. Hij zoekt naast onze steun ook steun bij Joel, zijn vriend.
Gelukkig kan Joel soms helpen met het duidelijk maken van een opdracht. Wij
zijn vooral vaak tot 10.00 uur ’s avonds bezig met het helpen van Max met
verschillende projecten. Max zat zelfs een keer tot 23.00 uur iets af te maken.
Schilderijen die hij moet bestuderen voor Art, folders die hij moet maken over
diersoorten in Australië, essays die hij moet schrijven over bekende
Australische sporters. Zo langzamerhand doen wij de High School ook en wil ik
straks ook een diploma.
We hebben onze oude Prado te koop gezet. Op
Gumtree en op straat. We hebben een paar A4-tjes in de auto opgehangen en de
auto op Terrigal Drive geparkeerd waar een hele rits auto’s te koop staan. We
hebben nu 3 auto’s en dat is er 1 teveel. Niet qua ruimte want de Prado is een
7-seater en dat is wel erg prettig. Maar nu ik een company car heb rijden we bijna
niet meer in de Prado. Als het niet lukt de Prado te verkopen zullen we hem
houden, dan gaat de Rav4 naar Trent of wellicht naar Max als die zijn rijbewijs
haalt. Trent is na zijn 1e les niet meer gaan rijden. Heel jammer.
120 uur moet hij met ons rijden in minimaal 1 jaar tijd. Dat is ca. 2 uur per
week. Dat vraagt om regelmatig rijden maar Trent heeft geen haast, zo lijkt het.
Het weer in de laatste 2 weken is een kwestie van: Jantje huilt, Jantje
lacht. De ene dag warm en zon, de volgende dag regen en grijs. Iedereen smacht
om de zon en de warmte.
Op dagen dat de zon schijnt is de thuiskomst over de M1 een feestje.
Wanneer ik bij Hawkesbury River rij voelt het als thuis komen. De zon staat dan
laag en de heuvels en de bossen kleuren van geel naar oranje. De lange
schaduwen van de bomen vallen over de snelweg. Het water weerkaats de zon en
het is een feest voor het oog om de bootjes op het water te zien. Laatst moest
ik denken aan Canada of Noorwegen toen ik de Central Coast binnen reed. De
bootjes, huizen, heuvels, bossen, het leken wel fjorden zoals je die kent van
Noorwegen. Hoe moe ik ook ben, welke kopzorgen ik ook meeneem uit de stad, bij
Hawkesbury River gooi ik alles overboord en laat ik het achter me. Letterlijk
en figuurlijk.
Het werk is ook een beetje op en neer. Er zijn dagen dat ik me afvraag
hoe ik het werk moet afronden en waarom ik zoveel verantwoordelijk op mijn bord
heb. “Taking responsibility” blijft een moeilijk begrip voor mijn collega’s. Er
zijn ook dagen dat ik merk dat ik meer controle begin te krijgen. De processen,
de mensen, de materie, ik begin het beter te begrijpen en dat geeft vertrouwen en dat is erg prettig.
Trent heeft zijn Term 3 zaalvoetbal winnend afgesloten. Zijn wekelijkse
IFS zaalvoetbalavond op vrijdag is ten einde en het team van Trent heeft de
‘grand final’ 3-2 gewonnen. Trent scoorde 1-0 en de 3-2. Dit is niet te
vergelijken met het veldvoetbal, toch is het wel erg leuk om te zien en de
verdienste is er niet minder om. Ik heb Trent een paar keer zien spelen in de
zaal en je kunt zien dat hij echt goed kan voetballen. Op de IFS noemen ze zijn
ontwikkeling ‘remarkable’. Hij zit inmiddels bij de beste 16 van de IFS en het
grappige is dat ook hij nu rechtsbuiten is. Zelfde positie als Max bij
Reigerboys en het zelfde als ik toen ik als kleine jongen bij Reigerboys
speelde. Het is nog steeds mijn favoriete positie.
In de drukte van ons gezinsleven is een rust-momentje soms moeilijk te
vinden. Afgelopen week heeft Ellen zelfs 4 dagen gewerkt en eigenlijk is dat te
veel naast de kinderen en het opzetten van de Candlecover business. In de
weekend proberen Ellen en ik er soms samen op uit te trekken. Soms gaan er
een paar kinderen mee. Trent nooit, die blijft als een gangster met zijn
capuchon over zijn hoofd met 25 graden binnen zitten. Wij niet. Fish en chips
eten in Woy Woy met Max, Jaimy en Morris bij de pelikanen op zondagmiddag is
een feestje. In de zon, bij het water genietend van de omgeving. Of Jaimy en
Max die gaan surfen in Avoca en Ellen en ik gaan wat drinken terwijl we
uitkijken over de zee, de golven en de
jongens die zich proberen staande te houden. Of zondagochtend koffie drinken in
Terrigal. Gewoon op de boulevard even zitten in de zon en een beetje om ons
heen kijken naar de ‘toeristen’. Het is opvallend hoe wij Terrigal als druk
beginnen te ervaren. Het is een oase van rust als je het vergelijkt met Egmond
aan Zee en toch vinden we het nu al druk. We zien ons zelf op een dag in een
rustiger gedeelte wonen i.p.v. de ‘drukte’ van Terrigal.
Nu de voetbal op zaterdag voorbij is, is het ’s morgens een heerlijk
moment van de dag. Als ik zaterdags opsta ben ik de eerste en is het nog stil
in huis. Buiten blaft een hond, ik hoor een grasmaaier zijn werk doen. Het is
stil in huis er eerst rust. Ik zet de radio aan en de muziek vult de woonkamer
en de keuken. Als vanzelf ontwaakt het huis en begint er energie te stromen.
Met een kop thee kijk ik langs de palmbomen over de huizen naar de zee. Een
prima begin van het weekeinde.
De seizoen afsluiting van Morris zijn voetbalteam is erg leuk. Terwijl
er donkere wolken de hele middag boven Terrigal hangen, houden we het droog in
The Haven. Het is bijzonder om te zien hoe ontspannend het is. Het is
letterlijk no worries en alles gaat zo gemoedelijk dat het BBQ feestje tot
einde van de dag duurt. De vaders tegen de kinderen is het hoogtepunt van de
dag. Een mooi einde van een mooi seizoen.
We doen op zondagochtend mee aan wandeling die georganiseerd is door
JDRF. Een organisatie die zich inzet voor diabetes o.a. middels de ‘Walk to cure diabetes’.
In Davistown komen een paar honderd mensen bij elkaar voor een wandeling van 6
km in de prachtige omgeving. Naast Jaimy is Morris ook van de partij. Er staan
een paar tentjes, een bank doet sponsor-dingen, er is koffie en van alles over
diabetes type 1. We smeren ons voor het eerst dit seizoen in met zonnebrand. De
geur van de zonnebrand is de geur van zomer. De kokosgeur van de zonnebrand doet
denken aan zon, zee en strand. Aan warme zomerdagen. Een zomer schiet door mijn
herinneringen en ik zie, voel, hoor en ruik de Australische zomer. De wandeling
is prachtig. Weinig huizen van steen, veel groen, veel water. Een mooi
initiatief waar we wellicht volgend jaar middels sponsoring aan mee gaan doen.
Een aardige opsteker is het feit dat we $ 100,- aan boekenbonnen hebben
gewonnen via de loterij waar we aan mee hebben gedaan.
Na de wandeling gaan we met z’n 4-ren naar Erina om een nieuwe bril
voor Ellen te kopen. Aangezien het lunchtijd is begeven we ons naar het
gigantische foodcourt in het winkelcentrum. Het is een bezienswaardigheid op
zich. Eigenlijk moet je met een bakkie koffie in een hoekje gaan zitten en
mensen kijken. Gewoon kijken. De meest interessante, boeiende, verbazende,
verwarde, lelijke, mooie, hele dikke, slecht geklede mensen komen voorbij. Nee,
dat heeft niets met gebrek aan respect of mensen niet in hun waarde laten te maken.
De combinatie van te dik en slecht gekleed is eerder de norm dan de
uitzondering. Vervetting en obesitas zijn volksvijand nummer 1. Meer nog dan fundamentalisten
of terroristen. Er lopen zoveel kinderen rond die te dik zijn en als ik ze dan
cola, patat en pizza zie wegwerken samen met hun veel te dikke ouders dan doet
mij dat de wenkbrauwen fronsen. Ik verbaas me dan oprecht over hetgeen ik voor
me zie. Een volk kent meerdere vijanden en deze vijand is een sluipmoordenaar
die heel langzaam een slagveld aan het aanrichten is. Als ik naar de vele fast
food restaurants kijk dan vraag ik me af in hoeverre mensen hier tegen bestand
zijn. Vluchten kan ieder geval niet want op iedere hoek van de straat staat een
vervettingsvestiging.
Zondag in de namiddag is er een award uitreiking bij Duffy’s. Alle
teams van Morris zijn leeftijd komen dan bij elkaar en de hele dag zijn er
prijsuitreikingen. Er zijn tentjes met eten, de BBQ, een springkussen en
natuurlijk genoeg ruimte om te voetballen. Alle teams worden 1 voor 1 naar
voren gehaald en iedereen krijgt een award met zijn naam er in gegrafeerd. Een
mooi aandenken aan een mooi voetbalseizoen.
Een weekeinde sluit je goed af met ‘Sunday Sips’. Dat betekent in de
surf club nog even wat drinken op zondagavond. Vanzelfsprekend zijn de Engelsen
er allemaal en Ellen en ik. We zitten op het balkon met uitzicht over het
strand en de zee. Terwijl wij aan ons biertje en wijntje sippen kunnen we de
lichtflitsen in de paars, blauwe wolken aan de horizon zien. Een prachtig
natuurverschijnsel die het einde van het weekeinde inluidt.
Ellen haar netball ging de laatste weken
steeds beter. De laatste wedstrijd was dusdanig hoopgevend dat speelsters en
supporters op een overwinning gingen rekenen in de eerst volgende wedstrijd.
Het hing in de lucht, het moest gaan gebeuren. Bij thuiskomst van Ellen vragen
we hoopvol of er gewonnen is. “Nee”, klinkt het teleurgesteld. Op de vraag
hoeveel het dan geworden is, klinkt het niet alleen teleurstellend, maar ook
enig gefrustreerd: “geen idee. 19-11 of zo”.
De financiële meevaller van de
belastingaangifte is als sneeuw voor de zon aan het verdwijnen. Naast
contributie voor Trent zijn zaalvoetbal de komende maanden en een parkeerboete
voor mij, is ook de boete van Ellen voor het fout parkeren bij de school nu
eindelijk binnen. Alle protesten zijn afgewezen en we worden vriendelijk doch
dringend verzocht de $ 236,- te betalen. Het is zoals het is. We kunnen er
niets meer aan veranderen.
Max heeft een baantje! Op de boulevard in Terrigal, bij een koffie
tentje dat Drift Wood heet (drijfhout) gaat hij op de eerste dag van de
schoolvakantie ’s morgens om 9 uur heen: “meet en greet”. Kennis maken en een
paar uur werken. Hij werkt bijna 3 uur in het keukentje en is vooral aan het
afwassen. Terras leeg maken behoort ook tot eventuele werkzaamheden. Max komt
heel happy thuis. Zijn eerste loon heeft hij al cash gehad en de formulieren
voor de vrienden van de belastingdienst heeft hij mee. Het zou top zijn als hij
af en toe kan werken in deze coffeeshop. Aan het strand, mooie plek, leuke
groep mensen en hij kan het wandelen vanaf huis.
Max gaat naast het werken ook life guard worden. Zie je het voor je?
Geweldig. Hij gaat zich opgeven en dat betekent 12 weken lang iedere
zondagmiddag van 12 tot 4 meedraaien op het strand. Praktijkervaring en leren.
Dat laatste ziet hij wel tegen op, maar hij wil het graag en wij gaan hem
helpen. Een prachtige ervaring gaat dit worden.
Trent is donderdag 18 september 17 jaar geworden. Het was een dag als
alle andere inclusief een voetbalavond van Max. Die speelt ‘soccer 5’ met zijn
team iedere donderdagavond in Tuggerah. Ellen ging mee. Trent wil er niets aan
doen. Wij willen wel. Opa en oma’s in Nederland melden zich en cadeautjes zijn
er ook. Ik vermoed dat hormonen meespelen en dat het vooral niet cool is om je
verjaardag met je familie te vieren. Maar ook met vrienden is er geen feest in
het weekeinde. We proberen er wel wat van te maken en gaan zaterdag oud
Hollands, traditioneel gourmetten. Op verzoek van Trent. Volgend jaar 18. Als
Trent geen feest wil is het pech voor hem want ik ga er wel een feest van
maken!
Het is diezelfde 18 september als 600 man politie invallen doet in
Sydney en Brisbane i.v.m. terreurdreiging. Nog nooit is dit zo groot en massaal
aangepakt in Australië en het is voor het eerst dat er serieuze dreiging is van
een aanslag in Australië, Sydney. Ik merk dat wij in Europa helaas al meer
gewend zijn dan hier in Sydney. Mijn klanten praten er over en er is duidelijk
enige onrust. Er worden die dag en de dagen er na mensen opgepakt. Extremisten
die volgens de media van plan waren aanslagen te plegen. Ik hoor de
berichtgeving als ik richting Sydney rij en moet aan het liedje ‘Vluchten kan
niet meer’ denken. In ons kleine hoekje van de wereld, in ons eigen Gallië, verschuilen we ons voor terreur
als Astrix en Obelix voor de romeinen. Ver weg van Europa, ver weg van het
Midden Oosten, ver weg van Syrië, Irak de Oekraïne, leven we hier in een
prachtig land. Ook hier kunnen we niet meer ontkomen aan de terreur. Ook hier
kunnen we niet meer vluchten. Haat, dood en verderf is als een kwaadaardig gezwel
over de wereld uitgezaaid.
Als ik een paar dagen later hoor dat de Mexicaanse drugskartels via motorbendes allerlei soorten drugs Australië binnen smokkelen en verspreiden dan voelt het
echt even alsof er geen ontsnappen meer aan is. Ik ben niet naïef. Ik weet dat
er hier net zoveel mis is als in andere landen in de wereld. Maar soms heb je
even het gevoel dat het geweld, de ellende, de bedreigingen langs ons heen gaan.
Dat we hier in dit prachtige hoekje van onze planeet ‘gespaard’ worden omdat
het centrum van de wereld misschien niet hier ligt. Het gebeurt altijd ergens
anders. Maar dan word je op een dag ruw wakker geschud en realiseer je je dat
er geen vluchten meer is. Alleen nog schuilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten